Binnen één generatie goedkoop vliegen op synthetische kerosine?

Nederland kan beter inzetten op minder vliegen

De luchtvaart is verantwoordelijk voor een enorme uitstoot van CO2. Totdat COVID19 de luchtvaart vrijwel lam legde was het aandeel groeiende en daarmee een van de grootste bedreigingen van het klimaat. De luchtvaartsector en de verantwoordelijke minister Van Nieuwenhuizen schermen met ‘veelbelovende’ oplossingen, onder meer in de sfeer van (bijmenging met) biologische en synthetische kerosine.

Over de mogelijkheden van synthetische kerosine is ook de Eindhovense hoogleraar Maarten Steinbuch optimistisch gestemd. In het Het Financieele Dagblad van 1 mei jl. betoogt hij dat binnen één generatie volledig op kunstmatige kerosine gevlogen (én gevaren) kan worden én dat dit goedkoper zal zijn dan fossiele kerosine. Een kritische analyse leert echter dat Nederland deze weg beter niet kan inslaan. (De analyse is te lezen op https://satl-lelystad.nl/wp-content/uploads/2021/06/Nederland-kan-beter-inzetten-op-minder-vliegen-Reactie-op-Steinbuch-synthetische-kerosine-FINAL.pdf)

Schaalprobleem

Om te beginnen is er een gigantisch schaalprobleem. In 2019 gebruikte de luchtvaart wereldwijd ca. 380 miljard liter kerosine. Voor de productie van zoveel synthetische kerosine is heel veel extra energie nodig. Dan hebben we het uiteraard alleen over groene energie, of beter gezegd over extra groene energie. Extra bovenop de toch al enorme behoefte aan groene energie van samenlevingen wereldwijd voor het verduurzamen van weg- en watervervoer, verwarming en verlichting van huizen en kantoren en het vergroenen van de industrie. Die verduurzaming op een lager pitje zetten is geen optie.

Ter vergelijk: ’s Werelds grootste zonne-energie-centrale staat in Dubai en levert straks continu 950 MW elektrische energie (de DEWA IV-centrale). Voor een complete transitie naar synthetische vliegtuigkerosine zijn mondiaal circa 1.200 van deze centrales nodig. De ontwikkeling van zoveel extra capaciteit aan groene energie en kunstkerosine-productiefaciliteiten vergt grote, risicovolle investeringen. Dit kost veel tijd. Tijd die er eenvoudigweg niet is. Alle beschikbare onderzoeken tonen bovendien aan dat de prijs van kunstkerosine een factor 4 tot 6 hoger ligt dan fossiele brandstof.

Illusie

Wat betekent dit voor Nederland? De Nederlandse luchtvaartsector heeft toegezegd om in 2030 14% duurzame kerosine bij te mengen om 1.450.000 ton minder CO2 uit te stoten. Dit vergt ruwweg 10 miljard aan investeringen, vooral vanwege de extra benodigde groene energie. Ofwel bijna 7.000 euro per ton CO2.

Het is uitgesloten om in Nederland concurrerend zonder permanente subsidie een volledige productieketen voor synthetische kerosine op te zetten. Voor biokerosine is het in wezen niet anders. Het gezamenlijk streven van de sector en de overheid naar 14% bijmenging in 2030 met bio- en/of synthetische kerosine van Nederlands fabricaat is daarom een heilloze weg. Is het al twijfelachtig of de 14% überhaupt haalbaar is, een snelle opschaling naar hogere percentages is echt een illusie.

Dubbel gevaar

Dat er desondanks zo getamboerd wordt op synthetische kerosine en andere ‘oplossingen’ voor de uitstoot van vliegtuigen is dan ook meer een kwestie van politiek en greenwashing, en niet een van het serieus aanpakken van de problemen. Hier tekent zich het dubbele gevaar af van een lock-in waarbij de luchtvaartsector zwaar inzet op een economisch onrendabele productievorm, en een ‘sunk cost fallacy’ (ook wel ‘Concorde-effect’) waarbij de overheid dure investeringen in een kansloos blijkend project niet meer durft af te schrijven en goed geld naar kwaad geld blijft gooien. Met als gevolg een langdurig inefficiënt gebruik van de toch al zo schaarse groene energie, ten koste van de verduurzaming van sectoren en processen die voorrang verdienen.

Slimmere oplossing

Een efficiëntere manier om minder fossiele kerosine te gebruiken en daadwerkelijk binnen één generatie substantieel bij te dragen aan het klimaatbeleid, is reductie van het aantal vliegbewegingen. Dat kost zeker minder dan de geraamde 10 miljard voor de 14% bijmenging in 2030. Bovendien vergroot het de haalbaarheid van het EU-reductiedoel van overall 55% minder CO2 in 2030. En het levert veel materiële en immateriële winst op voor het leef- en woonklimaat en de natuur in Nederland.

 

Minder vliegen levert het meeste op tegen de minste kosten.

Download de pdf met technische onderbouwing

Dr.ir. Leon Adegeest
Review: Joris Melkert (TU-Delft) en Jasper Faber (CE Delft)